De normen van aanrijtijden zeggen niet alles
”99,6 procent van de Nederlanders woont binnen een aanrijtijd van 15 minuten van een ambulancestandplaats. Maar deze aanrijtijd is anders in de provincie Groningen dan in Amsterdam. Om van Amsterdam-Zuid naar Amsterdam-Noord te rijden is misschien hemelsbreed niet zo ver, maar door het verkeer kun je hier soms net zo lang over doen als dat je door de halve provincie Friesland rijdt. Hierin verschilt het werken in de stad en het platteland. Echter is de aanrijtijd in principe altijd 15 minuten.”
”Als je een rit hebt in de regio Amsterdam is het wel het geval dat je vaak sneller bij het ziekenhuis terecht kunt. Terwijl je in sommige regio’s een halfuur of driekwartier moet rijden voordat je bij een academisch ziekenhuis bent aangekomen. Afgelopen zomer heb ik bijvoorbeeld zelf een langdurige reanimatie moeten uitvoeren in Zeeland. Tijdens deze reanimatie heb ik bijstand gevraagd van het Mobiel Medisch Team (MMT). Het MMT komt met een helikopter, dus toen duurde het even voordat zij op locatie waren, omdat ik op dat moment in een uithoek was. Vervolgens moesten we naar een academisch ziekenhuis en waren we 1,5 uur verder. Dat kun je je bijna niet voorstellen, maar ook in ‘het kleine’ Nederland is dat mogelijk.”
‘’Deze situatie is weer ondenkbaar als je bijvoorbeeld in Rotterdam bent. In Rotterdam heb je binnen een kleine cirkel al vijf ziekenhuizen Wanneer ik vakinhoudelijk naar de verschillen kijk per regio, dan wordt er overal hetzelfde van mij gevraagd. Het is echter een grotere uitdaging om de patiënt te vervoeren en stabiel te houden op het platteland, dan in de stad. Dat heeft allemaal te maken met het stedelijk gebied waar je de patiënt sneller op de Eerste Hulp afzet. Als ik met een patiënt met hartproblemen rijdt in Friesland en ik weet dat we die persoon pas over driekwartier kunnen dotteren, dan heb ik een hele tijd waarin iemand reanimatiebehoeftig kan worden en dat is best zwaar.’’
Verschil in mentaliteit
‘’De mentaliteit van de ambulanceverpleegkundigen in de steden ten opzichte van het platteland is ook anders. De omgang met elkaar verschilt, maar of je nou in de stad of het platteland werkt, overal is zorg nodig. De een is wel wat directer in de omgang dan de ander en in sommige regio’s wordt er weer veel minder gezegd. Een Amsterdammer is bijvoorbeeld anders dan een Fries. Over het algemeen zijn Amsterdammers wat directer en spraakzamer en zegt een Fries over het algemeen weer wat minder. Dat maakt het ook wel heel erg uitdagend en leuk om in die regio’s je werk uit te voeren. Je krijgt er ook meer mensenkennis van. Ik vind het een verrijking dat ik met zoveel verschillende culturen en omgangsvormen te maken heb.’’