Ervaringsdeskundige Kimja van der Meer- Schouten – oncologieverpleegkundigen
Kimja (45) is oncologieverpleegkundige en werkt al vanaf haar 20e in de zorg. Zij heeft als oncologieverpleegkundige in veel verschillende ziekenhuizen gewerkt en besloot uiteindelijk Bedrijfskundig Zorgmanagement te studeren. Nadat zij een tijd als leidinggevende had gewerkt merkte ze dat zij graag terug aan het bed wilde werken. En hoe dit moest was geen twijfel over, namelijk via TMI!
‘’Toen ik in 2000 aan de slag ging als verpleegkundige in het ziekenhuis, werkte ik al vrij snel op de afdeling Interne Oncologie. Ik merkte meteen dat dit werk goed bij mij past door de combinatie van de betrokkenheid met patiënten en de technische kant van het vak. Vervolgens heb ik een oncologie specialisatie gedaan in een perifeer ziekenhuis. Hierna ben ik in een academisch ziekenhuis gaan werken en heb ik mij na enkele jaren gespecialiseerd in de Oncogenetica.
Daarna ben ik aan de slag gegaan als genetisch consulent. In mijn werk als genetisch consulent hield ik mij bezig met erfelijkheid en kanker. Ik zag op de poli veel patiënten die met kanker te maken kregen en wilde weten of er een erfelijke factor speelde. Op de afdeling Klinische Genetica deed ik zelfstandig spreekuren en onderzoek bij patiënten. Na zeven jaar op de afdeling Klinische Genetica wilde ik weer verder leren en groeien en ben ik een management opleiding gaan volgen.
Ik heb mij altijd in de Oncologie geïnteresseerd. Er vindt veel vernieuwing plaats in dit vakgebied, dat boeit me enorm! In vergelijking met twintig jaar geleden zijn de patiënten nog steeds hetzelfde, maar de behandelingen zijn totaal veranderd. Dit maakt het vak oncologieverpleegkundige erg interessant.
Bij kankerpatiënten gaat het echt ergens over. Het gaat over leven en dood en de angst hiervoor. Dit maakt het vak ook mooi; je hebt intensief contact met patiënten gedurende een moeilijke periode. Helaas betekent het niet altijd dat je iemand beter kunt maken, maar je kunt ze wel ondersteunen. Ik vind het bijzonder dat je zo dichtbij iemand mag staan en samen met deze persoon zo’n weg mag bewandelen. Ik ga iedere dag met veel plezier naar mijn werk, omdat ik weet dat ik met mijn werk daadwerkelijk het verschil maak.
Oncologie is een specialisme waar veel vernieuwing in zit.
Intensief contact met patiënten
Als je het werk van een oncologieverpleegkundige vergelijkt met een verpleegkundige die werkt op een algemene afdeling in een ziekenhuis, is het grootste verschil het contact met patiënten. Op een Chirurgie afdeling in een ziekenhuis komen bijvoorbeeld patiënten die geopereerd worden en na een aantal dagen weer vertrekken. Deze patiënten zie je daarna niet meer terug. Deze werkwijze past niet bij mij. Als oncologieverpleegkundig kun je een relatie opbouwen met de patiënt, omdat de patiënt tijdens een behandelperiode regelmatig terugkomt. Hierdoor leer je iemand kennen en weet je na een tijdje hoe je het beste iemand kunt benaderen. Dit zie ik als een voordeel als je voor een langere periode betrokken bent bij de patiënt.
Moeilijke aspecten; pijn en verlies
Laten we eerlijk zijn; je wilt heel graag dat iedereen die de diagnose kanker krijgt het overleefd, maar helaas gaan er ook veel patiënten hieraan dood. Dat betekent tegelijkertijd dat je in de oncologie onherroepelijk geconfronteerd wordt met pijn, verlies en sterfte. Dit kan lastig zijn als je een tijd met een patiënt hebt opgetrokken.
Als oncologieverpleegkundige moet je je realiseren dat er helaas patiënten overlijden. Daarom is dit werk niet voor iedereen weggelegd. Je moet in je werk een zekere vorm van afstand kunnen bewaren. Het kan niet zo zijn dat je een paar dagen van slag bent als een patiënt overlijdt.
Toch blijft dit wel een lastig aspect van het werk. Het is namelijk niet altijd een mooie weg naar de dood, het is ook wel eens heel hard en naar. Ik kan daar dan ook wel last van hebben, maar dit blijft relatief. Daar heb ik last van op het moment dat het gebeurt en misschien nog één uur daarna. Vervolgens praat ik er met mijn collega’s over en laat je het los. Het blijft wel werk, ik neem het niet mee naar huis. Het is belangrijk dat je dit leert en jouw grenzen bewaakt.
Je kunt helaas niet tegen een patiënt zeggen: “Het komt wel goed”.
Een werkdag als oncologieverpleegkundige
Als ik op een klinische afdeling werk en ‘s ochtends begin, dan zijn er vaak een aantal patiënten aanwezig. Er ligt dan bijvoorbeeld een patiënt die is opgenomen, omdat hij/zij chemokuren krijgt. Sommige kuren kunnen poliklinisch gegeven worden, maar grotere of intensievere kuren worden klinisch gegeven. In de kliniek komen ook regelmatig patiënten die complicaties ervaren tijdens of na cytostatica behandeling. Het begeleiden van patiënten tijdens hun behandeling en de bijwerkingen daarvan is ook een belangrijk deel van ons werk.
Een andere patiënt waar ik vervolgens langs moet, is bijvoorbeeld een patiënt die jarenlang behandelingen heeft gehad en nu gehoord heeft dat de behandeling niet meer voortgezet kan worden. Deze patiënt heeft geen energie meer door de vele kilo’s die hij/zij is afgevallen en ervaart veel pijn en ongemak. Met deze patiënt praat ik over pijnbestrijding en wat hij/zij nog belangrijk vindt bij het einde van zijn/haar leven. Comfort, geen pijn en angst zijn hierbij belangrijke pijlers die voor de patiënt centraal staan. Als oncologieverpleegkundige begeleid je de patiënt op een zo comfortabel mogelijke manier naar het einde van het leven. Dat kan door de patiënt uit te leggen hoe het verloopt in het ziekenhuis, maar dat kan ook betekenen dat je er alles aan doet om ervoor te zorgen dat een persoon nog naar huis kan gaan om daar in het bijzijn van familie te overlijden.
Een derde patiëntgroep die ik veel zie als ik in de kliniek werk, zijn patiënten waarbij de diagnose kanker onlangs is gesteld. Bij deze patiënten staat de hele wereld op zijn kop en begeleid je iemand onder andere door informatievoorziening. Je kunt helaas niet tegen een patiënt zeggen: “Het komt wel goed”. Dit zou je graag willen, maar helaas weet je dit nooit zeker. Ik geef bij de patiënten altijd aan dat ik eerlijk ben over de eventuele behandelingen en voorspellingen. Het is in sommige gevallen niet altijd makkelijk om het eerlijke antwoord te geven, maar patiënten mogen daar wel op vertrouwen.
Werken met plezier
Ik ben ooit met TMI in aanraking gekomen doordat ik als leidinggevende werkte in een ziekenhuis. Hierdoor had ik zelf al contact met accountmanagers van TMI. Toen ik zelf merkte dat ik het management uit wilde en weer terug wilde aan het bed, wist ik meteen dat ik dit via TMI wilde doen. Dat komt omdat ik als leidinggevende al had ervaren dat TMI een fijn bedrijf is en het contact altijd goed verliep. Ik kende de organisatie als betrouwbaar en kwalitatief hoog personeel. Ook merkte ik dat TMI’ers hun werk met plezier doen en dit sprak mij heel erg aan. Ik merkte dat veel medewerkers trots waren om via TMI te werken. Ik ben blij dat ik de keuze heb gemaakt om via TMI aan de slag te gaan. Ik doe werk waar ik blij en gelukkig van wordt en waar ik energie van krijg.
Denk je erover om te gaan detacheren? Ga dan het gesprek aan met een TMI’er of ambassadeur van TMI.
Tip: informeer over het werken via TMI
Als ik een tip zou mogen geven aan iedereen die nog twijfelt om te gaan detacheren, zou ik aanraden dat je zelf moet nagaan wat jij het belangrijkste vindt in jouw werk. Ik denk dat je goed bij TMI past als je ambitieus bent en continu wilt blijven ontwikkelen door middel van bijscholingen. Bij TMI wordt er veel waarde gehecht aan up-to-date kennis, het is dus belangrijk dat jij dit ook waardevol vindt.
Verder zou ik bij twijfel aanraden om eens te gaan praten met een van de TMI ambassadeurs of een andere zorgprofessional die via TMI werkt. In zo’n gesprek kun je erachter komen wat je tegenhoudt en waar je naar op zoek bent in een nieuwe baan.
Toekomst binnen de oncologie
Inmiddels werk ik al 25 jaar in de zorg en heb ik er bewust voor gekozen om vanuit het management weer terug te gaan werken aan het bed. Keuzes maak je nooit voor de rest van je leven, maar ik heb geen behoefte om iedere twee jaar iets anders te gaan doen. Ik word gelukkig van het werk dat ik op dit moment doe en heb het gevoel dat dit nog voor een lange tijd zo blijft. Dus als je aan mij vraagt: “Heb je nog ambities?”, dan is mijn antwoord dat ik vooral mijn vak goed wil bijhouden. Misschien dat het balletje vanzelf gaat rollen en er een onderwerp naar voren komt waarin ik mij weer wil gaan verdiepen. Je bent nooit uitgeleerd, maar voorlopig ga ik niet starten met een nieuwe opleiding. Mocht ik mij ooit nog verder willen specialiseren staat het vast dat dit binnen de oncologie zal zijn. In mijn vak valt genoeg te leren.”
Ben jij benieuwd hoe het is om te detacheren via TMI? Neem dan contact op met TMI! Je kunt ons mailen via werving@tmi.nl of bellen/berichten via 020 – 717 3527.