Interview

Maaike Hamer werkt als ambulanceverpleegkundige en meldkamercentralist

Auteur:
Maggy Molenaar

Maaike Hamer (58) heeft een bijzondere combifunctie binnen TMI. Zij werkt als meldkamercentralist en ambulanceverpleegkundige en biedt dag en nacht hulp bij de meest uiteenlopende noodsituaties. Vol enthousiasme vertelt zij over haar werk: “Het mooiste aan mijn werk in de meldkamer, is dat ik mensen die in paniek opbellen, weet te kalmeren. Dat is soms moeilijk, want de bellers moeten ook wel eens in actie komen zolang de hulpverleners er nog niet zijn. Maar vooral de combinatie van de twee functies vind ik leuk. Ik maak beide kanten van een melding mee en dat maakt mijn werk gewoon heel dynamisch.”

Combinatie van ambulanceverpleegkundige en meldkamercentralist

“Ik ben al bijna twaalf jaar werkzaam als ambulanceverpleegkundige. Toen ik de opleiding tot ambulanceverpleegkundige deed, mocht ik een dag meelopen in de meldkamer. Die hectiek beviel mij uitstekend. De telefoon bleef maar rinkelen en je moest acuut handelen waarbij je nauwelijks tijd had om na te denken. Ik heb nadien ook de opleiding tot centralist gevolgd, een opleiding van een half jaar, waarbij ik fulltime op de meldkamer heb gewerkt. Nadat ik de opleiding had afgerond, heb ik het werken in de meldkamer direct  gecombineerd met het rijden op de ambulance als ambulanceverpleegkundige.”

Soms moet je ter plekke beslissingen nemen die het verschil maken tussen leven en dood.

Uiteenlopende meldingen

“Tijdens mijn werk als meldkamercentralist bel ik veel. Er worden verschillende meldingen gedaan. Negen van de tien keer zijn dit echte noodgevallen, waarbij wij alles op alles moeten zetten om zo snel en adequaat mogelijk te handelen. Het eerste wat ik vraag is dan waar het ongeval heeft plaatsgevonden en waar de persoon die belt op dit moment is. Via een kaart genaamd City Gis kunnen wij peilen waar mensen zich bevinden. Wij krijgen een melding van het geregistreerde adres van de telefoon en van de zendmast waar men in de buurt belt, zodat wij bellers ook kunnen helpen met het bepalen van de exacte plaats van het ongeval, wanneer zij bijvoorbeeld in paniek zijn. Een belletje kan dus soms best chaotisch verlopen.”

Drukke bedoening

“In de meldkamer is het een drukke bedoening. Er wordt gebeld naar de alarmcentrale, maar wij moeten natuurlijk ook bellen om eventuele hulp te sturen. Tegenwoordig is dit opgesplitst in het aannemen van ongevallen en het uitsturen van hulp, ook wel aanname- en uitgiftecentralist genoemd. Meldkamercentralisten hebben ook zogenaamde buddy’s, die meehelpen tijdens een melding. In Flevoland werk ik momenteel met drie collega’s in de meldkamer, daar is één uitgiftecentralist, één buddy en twee aannamecentralisten. Maar voorheen werkte ik in Arnhem, daar zaten we soms met wel tien collega’s.”

Emotionele situaties

“Er zijn dagen dat we heftige casussen hebben, dit kan best wel eens pittig zijn. In de meldkamer heb je, je collega’s om mee te praten, dan drinken we een kopje koffie en praten we over iets wat is voorgevallen. Maar als je aan het rijden bent in de ambulance, is dit anders. Als er tijdens een rit iets gebeurt waar je over wil praten, kun je contact opnemen met een speciaal team die je begeleiden bij het omgaan of verwerken van heftige situaties”. Nu wordt je ook op tijdens de opleiding goed getraind om het hoofd koel te houden, maar soms is te situatie zo ingrijpend, dat het fijn is om even je hart te luchten.”

Een situatie die mij is bijgebleven betrof een vader die de alarmcentrale belde omdat een van zijn kinderen tijdens het badderen onder water kwam en moest worden gereanimeerd. Met kinderen is de situatie voor mij altijd meer beladen. Dan zijn wij als meldkamercentralisten natuurlijk ook blij als de ambulance arriveert. Wij blijven aan de lijn totdat de hulpdiensten arriveren. Achteraf hebben de meldkamercentralisten en de ambulanceverpleegkundigen ook nog contact om de casussen te bespreken.”

Factoren die drukte beïnvloeden

“Het aantal telefoontjes verschilt per dag en is afhankelijk van verschillende factoren. Een belangrijke factor is het weer. Als het bijvoorbeeld sneeuwt is het veel drukker;  Door de gladheid gebeuren er sneller ongevallen. Maar ook bij mooi weer is het een stuk drukker; kinderen gaan naar buiten en wielrenners gaan de weg weer op. Zo zie je maar een ongeluk zit soms in een klein hoekje.”

Aan de slag bij TMI?

Heb je een vraag aan een van onze medewerkers?

Bel ons dan op 020 – 510 6754

Of stuur ons een bericht via: